Skip to main content

Een trotse Spanjaard

We wilden naar Zuid Spanje emigreren en hadden snel woonruimte nodig want ons eigen huis in Nederland was verkocht. In tegenstelling tot de “Ik vertrekkers” hadden wij nog geen idee waar we precies wilden wonen. We besloten een appartement te huren aan de kust en van daaruit de omgeving te verkennen. Het appartement dat we vonden was voor dit doel prima, voldoende ruimte voor ons drieën en een spectaculair uitzicht over zee.

Na een aantal maanden vonden we het huis waar we nu in wonen. Zo’n huis uit je dromen: echt Spaans, een oprijlaan met palmbomen en 2 poorten, een zwembad, groot overdekt terras, te midden van olijfbomen, een sprookje! Lang nadenken was niet nodig!

De dag dat wij het huurcontract tekenden was de dag waarop wij kennis maakten met Juan, onze huisbaas. Juan, een klein, trots, typisch Spaans mannetje van een jaar of 70 met een flinke buik en wat bibberige handjes. Hij sprak enkel Spaans maar met handen, voeten en hulp van de makelaar werd het contract getekend  en was de deal rond. Er werd ons onder andere uitgelegd dat de olijfbomen tussen de eerste en tweede poort van Juan waren. Er stonden ook een aantal olijf- en fruitbomen op ons terrein en ook die zou hij verzorgen.  We zouden er geen omkijken naar hebben. Om dit te kunnen doen zou hij héél af en toe  op ons terrein moeten zijn, verklaarde de makelaar. Geen probleem, riepen wij in koor, helemaal blij met dit buitenkansje. In ons enthousiasme hadden we de kippen over het hoofd gezien.

 “Héél af en toe” bleek “héél regelmatig” te betekenen, denk dat het Spaans van de makelaar ook wat roestig was. Want een dergelijke tuin vraagt onderhoud, veel onderhoud. En hoewel we dit niet zelf hoefden te doen, kregen we wel te maken met wat dat onderhoud zoal inhoudt. We zien onze huisbaas inmiddels zo goed als dagelijks.

Juan heeft namelijk kippen, een stuk of 5 en een haan, tenminste ten tijde van ons intrekken. En tja, die kun je nou eenmaal niet dagen achter elkaar aan hun lot over laten. Dat gebeurt ook niet: Juan komt ze 2 keer per dag verzorgen en we denken dat hij dat goed doet want inmiddels zijn het er wel 50 (en 1 haan). We vragen ons af waar al de eieren naar toe gaan.

Op het hele terrein staan zo’n 150 olijfbomen waarvan het merendeel tussen de poorten staat, een paar staan er aan onze kant van de poort. Deze worden 1 keer per jaar geplukt en leeg gerammeld door dorpsgenoten. Allemaal zonverweerde mannetjes op leeftijd. Je houdt je hart vast als je ze de ladder op ziet klimmen. Een klusje van een week of 2.

Fruitbomen met wel 20 soorten verschillend fruit waaronder sinaasappels, staan op ons deel van het terrein. En laat nou de hele familie graag sinaasappels eten en dat heel graag zelf plukken! Zo trekt er een ware stoet aan Spanjaarden, bewapend met emmers, in december door “onze” tuin, op jacht naar de appeltjes van oranje. De rest van het fruit laten ze overigens hangen.

En natuurlijk groeit er onkruid dat regelmatig te lijf gegaan wordt met een bosmaaier totdat de zomer aangebroken is (ongeveer half mei). Dan wordt de laatste keer gemaaid en regelt de zon dat er geen grasspriet meer groeit tot november.

Maar hij is er niet alleen om de tuin te onderhouden of de kippen te verzorgen. Regelmatig treffen we Juan wandelend op de oprijlaan aan, verdiept in een krantje of een dik boek. Naast de inmiddels enorme kippenren, staat een schuurtje dat met de kippen meegegroeid is. Er wordt driftig aan gebouwd en de inrichting begint ook te vlotten. Gedurende de week is hij er alleen, in het weekend komen de kinderen en kleinkinderen mee, een drukte van jewelste met Juan als trots middelpunt.

En als we hem niet zien dan horen we ‘m wel. Hij belt graag en gebruikt daarvoor z’n telefoon, zo’n oude Samsung met een klepje. We vermoeden dat die het niet goed doet want als Juan een telefoongesprek voert praat hij zo hard dat de andere kant van de lijn hem waarschijnlijk zonder telefoon, ook zou kunnen horen. Overigens spreekt hij live net zo hard, rap en met heel veel gebaren. We schuiven onze zoon altijd een stapje naar voren voor het nodige vertaalwerk als hij ons iets wil vertellen, want na de eerste 2 zinnen zijn we 'm meestal kwijt. 

Hoewel wij er niet rouwig om zouden zijn als we Juan minder zouden zien of horen, is het  ondertussen ook gewoon een aardige Spanjaard die ontzettend trots is op zijn huis en tuin en er met hart en ziel voor zorgt.

Natuurlijk respecteren we dat, we hebben hier met plezier 3 jaar gewoond maar zijn nu echt wel toe aan een leven zonder Juan.